zoönose

Human infection : dermatophytes
Human contamination : Sarcoptic mange

Veel ziekten en infecties zijn besmettelijk voor de mens. Ze worden zoönosen genoemd. Hieronder worden de zoönoses opgesomd die zo snel mogelijk moeten worden opgespoord om het risico voor de volksgezondheid te beperken. De ervaring met de wijze van overdracht (direct of indirect contact via de omgeving of via een drager), de risico-evaluatie voor de menselijke gezondheid, de hygiënische en therapeutische behandeling van deze gevallen is onontbeerlijk voor de dierenarts die altijd voor ogen houdt dat kinderen jonger dan 10 jaar het meest vatbaar zijn voor het oplopen van een zoönose.

De vlooien:
Besmettingen door vlooien komen zeer vaak voor. De vlooiensoort die 95% van de populatie vertegenwoordigt is: Ctenocephalides felis felis (De vlo in de kat).

Bij de mens veroorzaakt een vlooienbeet knobbeltjes (kleine pustels) die worden gekenmerkt door een klein puntje in het midden, vaak 2 tot 3 beten op een rij. Aangezien vlooien niet verder dan 70 cm kunnen springen, zitten de verwondingen vooral aan de poten. De aanwezigheid van de hond op het bed van zijn eigenaar kan echter de klassieke klinische lokalisatie van het letsel veranderen.

Cheyletiellosis :
Deze dermatose, veroorzaakt door een mijt van de familie der Cheyletiden, wordt vaak onderschat. Deze parasieten leven op het huidoppervlak en voeden zich met kapotte huid. De omgeving is een belangrijke bron van besmetting, want deze parasieten kunnen een maand leven zonder de gast.

Besmetting van de mens komt vaak voor (20 tot 80% van de mensen die in contact komen), vooral als de contacten met het besmette dier nauw zijn. De laesies bevinden zich op de fysieke delen die in contact komen met het besmette dier. De dermatitis wordt gekenmerkt door intense jeuk en jeukende knobbeltjes die solitair of in groepjes van 3 voorkomen. Deze laesies worden snel vesiculair, pustuleus, schurftig en ontwikkelen vaak een centrale necrose-achtige zone.

Sarcoptes schurft:
Sarcoptes schurft is een besmettelijke parasitaire dermatose, ontstaan door de aanwezigheid van mijten van de familie der Sarcoptiden: Sarcoptes scabiei var canis, die in het hoornvlies van de hond leven en galerijen graven.

Het risico van besmetting van de huid van de hond voor de mens is in +/- 25 à 30 % aanwezig (nauw en herhaald contact; de schurftmijt heeft het vermogen door lichte kleding heen te dringen). De schurftmijten van honden planten zich niet voort in de huid van mensen, ze kunnen slechts enkele weken op het huidoppervlak overleven zonder ooit gangen te graven. Bij de mens bevinden de laesies zich vooral in de contactzones: bovenarmen, handen, benen, zones met dunne huid (buikgordel, borst...). De huidlaesies worden gekenmerkt door knobbeltjes en kleine jeukende korstjes. De schurftige groeven, beschreven bij besmetting van de mens door S scabiei var hominis, worden niet waargenomen bij besmetting van de mens door Sarcoptes schurft bij de hond. De cyclus zet zich gewoonlijk niet bij de mens vast en de letsels verdwijnen dan ook spontaan binnen enkele dagen nadat de hond genezen is of het contact met dat dier is stopgezet.

De dermatofyten (de ringworm)

De dermatofyten zijn besmettelijke en oppervlakkige infecties die worden veroorzaakt door keratinofiele en keratinolytische schimmels die dermatofyten worden genoemd en behoren tot de soorten Microsporum, Trychophyton en Epidermophyton. Ze vormen de belangrijkste oorzaak van huidziekten bij katten, maar ook bij honden, knaagdieren, haasachtigen, paarden, gepensioneerde dieren... De dermatofyten worden, in verband met hun voornaamste ecologische niches, ingedeeld in geofiele soorten (koloniseren de bodem), zoöfiele en antropofiele, die zich als verplichte parasieten aanpassen aan hun voornaamste reservoir, dier of mens.

Microsporum canis wordt meestal geïsoleerd bij huisdieren. Deze schimmelziekten zijn zeer zorgwekkend omdat zij potentiële zoönoses zijn en een echte therapeutische uitdaging vormen wanneer een katachtigegemeenschap erdoor wordt besmet.

De dermatofyten zijn zeer besmettelijk voor de mens. Zij veroorzaken op bepaalde plaatsen van het lichaam gelokaliseerde infecties, die worden genoemd: tinea capitis, tinea favosa, tinea barbae, tinea corporis (tinea circinata), tinea cruris, tinea pedis, ninea manus....

Sporotrichosis:
Sporotrichose is een systemische of onderhuidse schimmelziekte die zijn oorsprong vindt in de bodem. Hij komt vooral voor in tropische landen. Hij is afkomstig van Sporothrix schenckii, een dimorfe schimmel. Deze schimmelziekte profiteert van een wond om een persoon te infecteren.

Sporotrichose is zeer besmettelijk voor mensen. Mensen raken besmet door direct contact met weefsel of afscheiding van besmette dieren. De meest voorkomende klinische vorm is huid- of subcutaan, maar systemische vormen met longinfecties, artritis of meningitis zijn ook beschreven. Bij subcutane sporotrichose zijn 2 hoofdvormen beschreven: infectieuze lymfangitis en " vaste " infectie. Bij de vorm lymfangitis ontstaat een huidknobbeltje dat een zweertje vormt, het lymfevat raakt ontstoken en gezwollen, en langs de lymfebaan ontstaan vele knobbeltjes. Bij de "vaste" vorm (15% van de gevallen) blijft de infectie lokaal en ontstaat er een granuloom dat een ulcus wordt.

Pox virose :
Pokkenvirose is een virale dermatose die bij de kat en minder vaak bij de hond voorkomt. Het wordt veroorzaakt door een virus van het Orthopox type. Hij valt vooral jagende katten aan die in een landelijk gebied leven. Besmetting vindt meestal plaats via beten van kleine wilde knaagdieren (veldmuis, woelmuis...) of, wat zeldzamer is, via vee. Besmetting van de mens door een besmette kat is zeldzaam en wordt vooral waargenomen bij immunodepressieve personen. Mensen presenteren zich met pijnlijke knobbeltjes, blaasjes, pustels met erytheem (roodheid) en ringvormig oedeem. Ze ontwikkelen zich tot korstvorming en zweren. Lymfadenopathie (vergroting van lymfeklieren) en koorts worden vaak waargenomen. Interpersoonlijke overdracht van de infectie met het virus Cowpox is tot op heden niet beschreven.